Bedrijfstakpensioenfonds, werkingssfeeronderzoek & Werkgevers: Een Duidelijke Gids

Veel Nederlandse werkgevers zijn verplicht deel te nemen aan een bedrijfstakpensioenfonds (bpf). Maar hoe weet u of uw bedrijf onder deze regeling valt, en wat zijn uw opties als dat niet gewenst is? Dit artikel belicht de belangrijkste aspecten van deze complexe materie.

Werkgever en BPF

Een bpf kan een werkgever (met terugwerkende kracht) aansluiten. Tot het moment waarop de verplichtstelling van toepassing was. Een bpf heeft ook belang bij het aansluiten van werkgevers die dat verplicht zijn. Een bpf moet een claim van een werknemer tot toekenning van pensioenaanspraken wel volledig worden toegekend, ook al is de premie niet betaald. Dat heet het principe van ‘geen premie, wel recht’.

De Belastingdienst handhaaft per 1 januari 2025 op schijnzelfstandigheid. Daardoor komt er ongetwijfeld ook meer aandacht voor verplichte deelname aan een bpf. En net als de Belastingdienst kan ook een bpf (met terugwerkende kracht) pensioenpremies invorderen.

Stap 1: Werkingssfeeronderzoek

Voordat een werkgever zich zorgen maakt over pensioenregelingen, moet de werkgever eerst bepalen of het bedrijf onder de werkingssfeer van een specifiek bpf valt. Dit vereist een grondig werkingssfeeronderzoek. Dit onderzoek kijkt naar de aard van uw bedrijfsactiviteiten, de sector waarin u opereert en de samenstelling van uw personeel. Een verkeerde inschatting kan leiden tot kostbare juridische problemen. Een advocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht kan u hierbij uitstekend helpen.

Schijnzelfstandigheid: Een Risico om te Overwegen

Tijdens een werkingssfeeronderzoek is het ook essentieel om te letten op mogelijke gevallen van schijnzelfstandigheid. Indien zelfstandigen feitelijk als werknemers functioneren, zonder de bijbehorende rechten, kan uw bedrijf hier juridisch en financieel voor verantwoordelijk worden gesteld.

Stap 2: Verplichte Deelname bedrijfstakpensioenfonds en Mogelijke Vrijstellingen

Valt uw bedrijf onder de werkingssfeer van een bpf, dan bent u verplicht deel te nemen. Er zijn echter situaties waarin vrijstelling mogelijk is. Vrijstellingsgronden zijn geregeld in het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000. Een bpf moet dergelijke aanvragen op een zorgvuldige en eerlijke manier beoordelen, rekening houdend met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Gronden voor vrijstelling kunnen zijn: bestaande pensioenregelingen, groepsvorming binnen het bedrijf, een eigen CAO en onvoldoende beleggingsrendement van het bpf.

Vrijstelling is ook mogelijk in geval van gemoedsbezwaren. De gemoedsbezwaarde dient dan wel als zodanig geregistreerd te staan bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Deze vrijstellingsgrond is opgenomen in de Regeling gemoedsbezwaarden Bpf 2000.

De Rol van de Bestuursrechter

Als een bpf uw aanvraag voor vrijstelling afwijst, kunt u in beroep gaan bij de bestuursrechter. De rechter toetst dan niet alleen de beslissing van het bpf, maar ook of deze in overeenstemming is met de beginselen van behoorlijk bestuur. Dit omvat een zorgvuldige afweging van belangen en een deugdelijke motivering van de beslissing.

Conclusie: Professionele Hulp bij Complexe Kwestie

De wetgeving rond bedrijfstakpensioenfondsen is complex. Een grondig werkingssfeeronderzoek is cruciaal, en het is verstandig om deskundige hulp te zoeken, zeker bij het aanvragen van vrijstellingen. Een advocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht kan u begeleiden door dit proces, uw rechten beschermen en u helpen de best mogelijke uitkomst te bereiken.

Vragen over werkingssfeeronderzoek, bedrijfstakpensioenfonds of schijnzelfstandigheid?

Heb je vragen over een werkingssfeeronderzoek, schijnzelfstandigheid of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Of wil je een contract laten checken? Neem dan gerust contact met ons op. Heijink & Centen advocaten in Ede en Uden biedt specialisten op het gebied van arbeids- en pensioenrecht.