Beroepsaansprakelijkheid van de accountant
Beroepsaansprakelijkheid van de accountant
Beroepsaansprakelijkheid van de accountant. Dat is een thema waarover de Hoge Raad (HR 29 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:149) recent een uitspraak deed. In dit geval betrof het de uitoefening van een ‘niet – wettelijke’ taak.
Bedrijfsovername
In deze zaak ging het om een overname van een onderneming. De gekochte aandelen werden enkele maanden later doorverkocht. Ruim vijf jaar later ging de onderneming failliet. De kopers stelden (o.a.) de accountant aansprakelijk die betrokken waren bij de overname van de onderneming. De kopers stelden de accountant aansprakelijk wegens een beroepsfout. Zij stelden dat zij hadden vertrouwd op de jaarstukken. Die wekten de indruk dat de onderneming gezond en goedlopend zou zijn.
Tuchtrechtelijke berisping
Saillant detail is dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven in een tuchtzaak de betrokken accountant berispt. Een deugelijke grondslag voor de jaarstukken, uit de jaren voorafgaand aan de overname zou ontbreken. Vaak wordt zo’n berisping gezien als de grondslag voor aansprakelijkheid. Toch is die opvatting onterecht, zoals ook in deze zaak blijkt.
Procedure beroepsaansprakelijkheid
De kopers vorderden vergoeding van de schade die zou zijn veroorzaakt door beroepsfouten van de betrokken accountants. Een van deze accountants had jaarcijfers van de onderneming opgesteld, de andere had tussentijdse cijfers van de onderneming opgesteld. Daarnaast was er een belastingadviseur betrokken als adviseur van de kopers. Ook de belastingadviseur werd aansprakelijk gesteld.
De rechtbank heeft de vorderingen van de kopers tot vergoeding van schade afgewezen. Het Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Procedure bij Hoge Raad
De kopers klagen bij de Hoge Raad over het volgende. Volgens de kopers gold de zorgplicht van de betrokken accountants niet alleen jegens de onderneming (die hun opdrachtgever was), maar gold zie zorgplicht ook jegens kopers. De betrokken accountants wisten of behoorden te weten dat hun rapportage aan de kopers werden verstrekt. En de kopers zouden de jaarstukken gebruiken bij hun beslissing over de overname. De kopers betoogden dat de zorgplicht van de accountant dus geldt ten opzichte van iedere derde, als de accountant ermee bekend is dat een derde op de rapportage zal gaan vertrouwen.
De Hoge Raad ging niet volledig mee in de stelling van kopers. De Hoge Raad laat de omvang van de zorgplicht namelijk afhangen van de omstandigheden van het geval:
“De vraag of een accountant bij de uitoefening van een niet-wettelijke taak jegens een derde heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot betaamt, dient te worden beantwoord aan de hand van de omstandigheden van het geval.”
Geen categorische zorgplicht
Met andere woorden de Hoge Raad gaat niet mee in een categorische zorgplicht voor derden. De Hoge Raad laat de zorgplicht juist afhangen van omstandigheden. Welke omstandigheden spelen daarbij dan een rol? De Hoge Raad geeft hiervoor een richtlijn. De Hoge Raad oordeelt:
“Indien de accountant gezien het belang dat een derde aan zijn rapportage zal hechten, ermee rekening moet houden dat die derde zijn gedrag mede door de inhoud van die rapportage laat bepalen, kan het nalaten maatregelen te treffen om te voorkomen dat die derde aan die rapportage ten onrechte of onjuiste betekenis toekent, in strijd zijn met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.”
De richtlijn voor de invulling van de zorgplicht van de accountant is dus tweezijdig:
- De accountant zal zich moeten afvragen of derden hun beslissingsgedrag baseren op zijn rapportage;
- De accountant zal zich moeten afvragen of hij maatregelen moet treffen om te voorkomen dat een derde een onjuiste betekenis toekent aan zijn rapportage.
De Hoge Raad bevestigt in dit geval de waarde die het Gerechtshof had toegekend aan een aantal omstandigheden om aansprakelijkheid af te wijzen:
- De eerste groep kopers van de onderneming hadden al voor het gereedkomen van de jaarstukken besloten tot koop. Met andere woorden, de jaarcijfers speelden geen rol in hun beslissing.
- De tweede groep kopers van de onderneming waren überhaupt niet in beeld ten tijde van het opstellen van de jaarstukken en daarmee konden de accountants dan ook nog geen rekening houden.
Tips voor de praktijk
Kortom, zijn er derden in beeld bij een bedrijfsovername, dan is het opletten geblazen. Weet de accountant redelijkerwijs dat de door hem opgestelde jaarstukken / tussentijdse rapportages worden gebruikt door derden, neem dan als accountant maatregelen die misvattingen over de cijfers voorkomen.
Tuchtrechtelijk verwijt ≠ beroepsaansprakelijkheid
Anderzijds laat ook deze uitspraak zien dat een tuchtrechtelijke berisping niet gelijk staat aan beroepsaansprakelijkheid. En dat is conform vaste rechtspraak van de Hoge Raad. Het oordeel van de tuchtrechter dat in strijd is gehandeld met de voor het desbetreffende beroep geldende normen en regels, leidt niet automatisch tot beroepsaansprakelijkheid.
Vragen?
Schroom niet en neem vrijblijvend contact op.
Ga terug naar het overzicht